HEMA tijdens de Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog is een gitzwarte periode uit de historie van de Nederlandse samenleving en laat ook een flink litteken achter in de geschiedenis van HEMA. HEMA wordt in 1926 opgericht door de Joodse Arthur Isaac en Leo Meijer, onder de vleugels van De Bijenkorf. Het doel was het bereiken van een breed publiek, door het aanbieden van goede producten tegen een lage prijs. Het eerste filiaal werd geopend in 1926 op de Kalverstraat in Amsterdam. Een paar dagen later volgde een tweede filiaal, ook in Amsterdam. En de jaren daarna breidde HEMA uit met vestigingen door heel Nederland. Dan valt in 1940 de Duitse bezetter Nederland binnen. Als bedrijf met een Joodse directie heeft HEMA tijdens de Tweede Wereldoorlog veel offers moeten brengen. Veel collega's hebben met gevaar voor eigen leven onze Joodse collega's proberen te beschermen. Helaas lukte dit niet altijd en heeft HEMA in die periode veel medewerkers verloren. Onze collega Jan Schifflers was een van de eersten die rechtstreeks in contact kwam met de Duitse bezetter. Hij was etaleur van het filiaal in Heerlen, de 24e winkel van HEMA, die toen nét geopend was.
"Ze sleepten meteen de hele boel leeg. Chocolade, textiel... alles wilden ze hebben. Tegen betaling, dat wel. We waren meteen door al onze voorraden heen. Wisten wij veel dat die bevoorrading meteen zo moeilijk werd."
'koop niet bij Joden'
HEMA stond bekend als een Joodse zaak. De eerste dagen werden, net als bij veel andere Joodse winkels, ramen ingegooid en antisemitische leuzen op de winkelruiten geklad als: 'koop niet bij Joden'. Het Nederlandse leger capituleerde op 15 mei 1940, na het bombardement op Rotterdam, waarbij ongeveer duizend doden vielen. Ook het HEMA filiaal lag in puin. Deze vestiging werd op 22 januari 1941 heropend in een noodlocatie op Blijdorp. Intussen greep de jodenvervolging steeds verder om zich heen. De Duitsers traden steeds openlijker op tegen Joden. De razzia's in Joodse wijken begonnen en veel Joden werden gearresteerd en afgevoerd. De heer S. van der Sluis was de eerste Joodse medewerker die door de SS gevangen genomen werd, omdat hij in zijn filiaal in Dordrecht de verkoopsters aangespoord had niet met Duitse militairen uit te gaan. Hij werd verraden en vervolgens gearresteerd.
afbeelding: HEMA Rotterdam - centrum, na het bombardement (links op de foto)
noodwinkel HEMA Rotterdam, gevestigd in Blijdorp
'Help Elkaar Met Alles'
De letters HEMA kregen in die periode een nieuwe betekenis: Help Elkaar Met Alles. En dat gebeurde. Waar mogelijk werden de Joodse getroffenen ondersteund en hielden bedrijfsleiders voorraden van voor-oorlogse kwaliteit achter voor het personeel. Zo kwamen jonge ouders tóch aan een babyuitzet en slachtoffers van een bombardement wiens hele huisraad vernield waren, aan nieuwe stoelen en andere meubels. Als het maar even kon kregen personeelsleden een onmisbaarheidsverklaring, die hen vrijwaarde van verplicht werken in Duitsland. Maar hoe langer de oorlog duurde, hoe moeilijker dat werd. In 1942 werd al het Joodse personeel verplicht ontslagen en ook de Joodse directie was inmiddels aan de kant gezet en vervangen.
vindingrijk
Artikelen om de winkels mee te vullen waren steeds lastiger te verkrijgen. Het systeem van eenheidsprijzen moest daarom worden losgelaten. Alles ging op de 'bon'. Maar men was vindingrijk. Uit meubelmakershoutlijn, een natuurproduct, bleek met suiker en aluin iets te maken te zijn dat deed denken aan chipolatataart. Eieren waren onbetaalbaar. Bloed van de slachterijen werd daarom opgekocht en gecentrifugeerd. Met de eiwitten die dat opleverde, kon zowaar een redelijk betrouwbare eierkoek worden gemaakt. Een sigaar? Het was hop uit de brouwerijen bijeengehouden door donkerbruin papier. In tegenstelling tot veel winkels die van de Duitsers de deuren moesten sluiten, bleef HEMA open. En zette zich met man en macht in om te kunnen blijven bestaan.
afbeelding: HEMA etalage tijdens de oorlog; alles is op de bon
herdenken
Aan het eind van de oorlog heerste er totale ontreddering. Op 1 mei 1940 had HEMA 2.036 mensen in dienst. Vijf jaar later waren dat er nog maar 735. Van de 1.000 HEMA medewerkers met een Joodse achtergrond overleefden slechts 263 de Tweede Wereldoorlog. Filialen in Arnhem, Rotterdam en Nijmegen werden bij bombardementen volledig verwoest. Direct na de bevrijding moest men overal improviseren. HEMA heropende vestigingen op noodlocaties. Langzaam kwam de goederenstroom weer op gang en werd er gewerkt aan de wederopbouw. Een gedenksteen op het HEMA kantoor herinnert ons aan alle collega's die in concentratiekampen werden vermoord en aan alle andere gevallenen in die periode. Mensen die hun leven hebben gegeven, zodat wij in vrijheid kunnen leven. Ieder jaar op 4 mei worden zij op het HEMA kantoor herdacht tijdens een kranslegging.
HEMA Rotterdam - centrum voor de oorlog
HEMA Rotterdam - centrum na het bombardement (links op de foto)
HEMA Nijmegen - centrum, 1935
HEMA Nijmegen - centrum, na het bombardement
etalage van een HEMA winkel na de bevrijding
HEMA noodwinkel in Nijmegen (1947)